Maak kennis met Garage School: de nieuwe curatoren voor CLiP #7
Hoe kunnen we collectief overleven in tijden van crisis?
CLiP #7: The Garage School of Prepping Otherwise, georganiseerd door Kunstinstituut Melly en begeleid door Garage School, nodigt jongeren uit om deze vraag te onderzoeken via een zes maanden durend programma. Hierin worden creatieve methodes zoals speculatief schrijven, beweging en LARPing (Live Action Role Playing) gecombineerd met praktische vaardigheden zoals wildplukken, eerste hulp en mutual aid.
Garage School is een nomadisch kunst- en educatiecollectief dat tijdelijke scholen creëert in reactie op specifieke contexten. Theorie en praktijk worden hierbij verweven om collectief leren en gemeenschapszorg te stimuleren. In dit interview delen Santiago Pinyol en Kari Robertson hun achtergrond, hun visie op “anders preppen” en hoe CLiP #7 overleven herdenkt als een gedeeld, creatief proces.
Interview met Santiago Pinyol and Kari Robertson
Kari en Santi, kunnen jullie iets vertellen over jullie achtergrond? Welke weg bracht jullie tot jullie praktijk in kunst, onderwijs en collectief leren?
Santi
Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in onderwijs. Als student voelde ik vaak frustratie: dat wat je leert, en hoe je leert, ook op een andere manier zou kunnen. Kort gezegd is mijn praktijk in kunsteducatie een lang en plezierig proces geweest van collectief afleren (in Colombia) van de artistieke praktijk waarvoor ik formeel werd opgeleid (in Spanje).
Na tien jaar in Madrid te hebben gestudeerd, keerde ik terug naar Colombia. Daar sloten vrienden en ik ons aan bij een gebouw met studio’s voor culturele werkers. Elke vrijdag kwamen we samen om teksten te lezen: over post-studio practice, institutionele kritiek, Jacques Rancière (De onwetende leermeester), enzovoort. Uit die bijeenkomsten ontstond een kunstenaarsinitiatief: laagencia (‘het agentschap’).
Na drie intensieve jaren sloot de ruimte, maar precies daaruit ontstond de school. We begonnen opnieuw samen te studeren, maar nu gekleurd door onze ervaringen met het runnen van een ruimte, gesprekken met het ministerie van cultuur, het opzetten van netwerken, een internationale residency… Onze discussies waren niet langer abstract, maar geworteld in de realiteit van het kunstenaarschap in Bogotá. Daaruit groeide het idee om een open, experimentele studiegroep te starten: de Garage School. Uiteindelijk reisden we door heel Colombia om onderzoek te doen naar kunsteducatie, formeel en informeel: een levensveranderende ervaring.
Kari
Mijn weg was wat anders. Ik heb lang als autonoom kunstenaar gewerkt, maar was altijd geïnteresseerd in collectieve werkvormen die het geïsoleerde kunstenaarschap bevragen. Na mijn studie in Schotland (Glasgow School of Art) maakte ik twee jaar deel uit van Transmission Gallery, een door kunstenaars gerunde ledenruimte in Glasgow. Het was een bijzondere plek: met een groot budget, maar volledig gerund door een jong kunstenaarscollectief. We hadden de vrijheid om te experimenteren, fouten te maken, en radicaal andere programma’s neer te zetten: van tentoonstellingen tot zines, posters, studiegroepen en bijeenkomsten met activisten. Het was een intensieve leerschool in horizontaal en collectief werken, iets wat ik nog steeds meeneem in de manier waarop de Garage School functioneert.
Later begon ik als docent en onderzoeker aan de Willem de Kooning Academie. Daar leerde ik dat grote instituties vaak beperkingen opleggen: scheidingen tussen theorie en praktijk, tussen leraar en student, tussen instituut en context. Ik verlangde ernaar om mijn werk als kunstenaar, onderzoeker en docent te verbinden in één praktijk. Zo zijn Santi en ik in 2022 begonnen samen te werken aan The Garage School of Medicine, een project rond gemeenschapszorg, ecologische rechtvaardigheid en radicale kruidengeneeskunde.
Wat is de Garage School precies, en hoe belichaamt het jullie benadering van leren, samenwerken en gemeenschapsvorming?
Santi
De Garage School is een diasporisch kunst- en onderwijsproject dat in 2013 in Bogotá begon als een open studiegroep. Zonder vaste infrastructuur creëren we tijdelijke scholen in reactie op een plek, een thema of een context. Het is dus géén kunstacademie, maar eerder een ruimte om kennis en praktijken te delen die vaak onzichtbaar of niet-institutioneel zijn.
Elke school neemt een andere vorm aan: een school in de publieke ruimte om met grassrootsorganisaties over het commons te praten, een fermentatieschool die een maancyclus duurde, of een mobiele apotheek tijdens studentenprotesten en buurtkeukens. Uit elke school ontstaat een publicatie die bij het thema past: een receptenboek, een wiki, een fles wijn…
Onze aanpak is een proces van voortdurend afleren en ruimte maken voor lokale, relationele kennis. We proberen van representatie naar prefiguratie te bewegen: samen lezen en praten terwijl we fermenteren, distilleren, verzamelen en luisteren.
De Garage School kent geen vaste ledenstructuur, het is relationeel en vloeibaar. Momenteel zijn de actieve leden: Mariana Murcia, Santiago Pinyol, Kari Robertson en María Angélica Madero.
CLiP #7 draait om het idee van “anders preppen”. Wat trok jullie aan in dit thema?
Santi
We merkten dat overheden tegenwoordig burgers oproepen om noodpakketten klaar te leggen. Daarmee werd het preppen plots mainstream. De boodschap: Europa gaat moeilijke tijden tegemoet waarin het niet meer gaat om bloeien, maar puur om overleven. En de verantwoordelijkheid voor dat overleven ligt bij het individu. Tegelijkertijd gebruiken staten die logica om grenzen te bewapenen en te versterken. De staat spiegelt zich zo aan de militaristische en rechtse preppercultuur: individualistisch, exclusief, gebaseerd op schaarste en afsluiting.
Kari
Ja, precies. Ik dacht zelf vroeger dat survival prepping altijd individualistisch of zelfs egoïstisch was: dat het ging om overleven ten koste van anderen. Het beeld van de prepper was iemand die meer wil hebben dan de rest: meer kennis, meer middelen, meer land. Maar ik werd uitgedaagd om dit anders te zien, bijvoorbeeld door het werk van Bayo Akomolafe en David Wojnarowicz, die nadenken over hoe we kunnen overleven voor elkaar, in plaats van tegen elkaar. Ook zagen we binnen activistische gemeenschappen een groeiende interesse in collectief preppen: samen zorgen voor de meest kwetsbaren, juist omdat ons overleven met elkaar verbonden is.
Het programma onderzoekt creatieve en collectieve vormen van overleven. Waar kijken jullie zelf het meest naar uit?
Kari
Eigenlijk naar alles! Het programma combineert theorie, creatief experiment en praktische vaardigheden. We lezen en schrijven samen, maar doen ook eerstehulptraining, wildplukken, kleding- en fietsreparatie. En we gaan experimenteren met LARPing, voor mij een totaal nieuwe ervaring, maar een spannende manier om samen in te leven en te oefenen met de vaardigheden en ideeën die we ontwikkelen.
Santi
Voor ons is het ook belangrijk dat het curriculum half-open blijft. We hebben alleen de eerste drie maanden uitgedacht. Daarna ontwerpen we het programma samen met de deelnemers. Zo blijft de school open voor hun kennis, interesses en onverwachte richtingen.
Wat hopen jullie dat de deelnemers en de bredere gemeenschap meenemen uit CLiP #7?
Kari
We hebben bewust deelnemers gezocht uit diverse achtergronden en gemeenschappen, zodat de kennis die hier ontstaat zich zo breed mogelijk kan verspreiden. We hopen dat de school nieuwe manieren opent om over de toekomst na te denken en over de rol die we zelf hebben in het voorbereiden daarvan.
Een belangrijk onderdeel zijn de brieven aan de toekomst: elke maand maakt iedere deelnemer een brief in de vorm van een tekst, lied, performance of collage, die ze met de groep delen. Die brieven zijn een manier om in dialoog te gaan met elkaar en met de toekomst. Ze helpen ons te reflecteren op wat we nodig hebben om ons voor te bereiden.
Ons idee is dat sommige van deze brieven later ook breder gedeeld worden, zodat ze nieuwe perspectieven kunnen bieden op hoe we de toekomst samen kunnen verbeelden en vormgeven.